Hoe God een boodschapper riep
In het artikel “Een gebed om een eigen Bijbel,” gingen we kort in op de situatie van de gelovigen in de dorpen van Kazachstan. Veel van de mensen die tot geloof mogen komen in Jezus Christus waren voorheen moslim, en zullen voortaan worden bedreigd door hun familie. Ook Ümit * was een moslim en is nu onderdeel van de kleine groep gelovigen die het evangelie verkondigen. Maar hoe kwam hij daartoe?
De boodschapper van Christus is weliswaar klein, onbetekenend en vervangbaar, maar de boodschap zelf, die hij overbrengt, is van onschatbare waarde, en omdat deze boodschap Gods Woord is, zal zij eeuwig bestaan en tot aan de einden der aarde verspreid worden.
In 2 Korinthe 5:17-21 toont Paulus ons, dat God of Christus de opdrachtgever van de boodschap is. Dat is een bemoediging en een verantwoordelijkheid tegelijk. Als mensen Gods boodschap overbrengen, dan zijn zij niet op eigen gezag of voor zich persoonlijk onderweg. Als wij voor Jezus onderweg zijn, dan geeft Hij ons de opdracht en Zijn geleide. Zending is geen menselijk idee, maar een opdracht van Jezus aan Zijn volgelingen.
David Livingstone, de bekende Afrika-zendeling, formuleerde het met de volgende woorden: „Als de opdracht van een aardse koning als een eer gezien wordt, hoe kan de opdracht van een hemelse Koning dan als offer gezien worden?”
In het vorige blad gingen we onder andere kort in op de situatie van de gelovigen in de dorpen van Kazachstan. Velen, die daar tot het geloof in Jezus Christus komen, waren eerder moslims en worden voortaan door hun familie bedreigd. Ook Ümit* was Moslim en behoort nu tot een kleine groep gelovigen, die daar het evangelie verkondigen. Maar hoe kwam het zover?
Kleinzoon van een koranleraar
Ümit* groeide op in een streng moslimgezin. Zijn grootvader was koranleraar in een moskee. Daarom had het hele dorp groot respect voor zijn familie, want iedereen was moslim. Ook Ümit had grote waardering voor zijn grootvader, totdat hij op een dag een wonderlijke ontmoeting had.
Als men door zonde gekweld wordt
Hij ontmoette een man, die hem iets over God vertelde, wat hij nog nooit gehoord had. Die man sprak erover, dat God zondaren verdoemt, maar sommigen van hen rechtvaardig spreekt – echter zonder hun verdienste, enkel uit genade.
Ümit en de eerst vreemde man ontmoetten elkaar vaker, waarbij deze hem het evangelie van Jezus Christus verkondigde. De christen nodigde Ümit vaak uit en las hem voor uit de Bijbel. Dat maakte hem erg onrustig. Hij zag de ellende, waarin hij verkeerde; zijn zonden kwelden hem.
En dus probeerde Ümit, een beter mens te worden. Hij deed veel goeds en wilde door zijn maatschappelijke positie het leven in Kazachstan verbeteren, om Gods welgevallen te gewinnen. Op een dag ging hij naar zijn grootvader, om nog meer over God te horen. Hij dacht bij zichzelf: „Grootvader moet immers wel veel over God weten. Hij is tenslotte koranleraar in de moskee!” Maar wat zijn grootvader hem vertelde, verwarde hem, ja, het maakte hem zelfs wantrouwig ten opzichte van de Islam, en hij bezocht weer de christelijke vriend, opdat die hem over God en Zijn Zoon Jezus Christus zou vertellen.
God doet wonderen
Er gingen twee jaren voorbij, voordat Ümit tot het geloof in Jezus Christus kwam. In deze twee jaren had God ook zijn vrouw voorbereid, zodat zij ook, ook als was het enige tijd later, tot geloof kwam. Ze waren heel bang om het hun familie te vertellen, want die – Ümits grootvader voorop – zouden hen de doodstraf opleggen. Na lang worstelen in gebed en vasten gaf God Ümit de moed, het tegen zijn ouders te vertellen.
…zij zullen u vervolgen
De ontmoeting met hen was vreselijk. Zijn vader werd woedend en dreigde hem te doden, als hij zijn geloof in Jezus Christus niet verloochende. Op deze dag begon de tot dan toe ergste beproeving van zijn geloof. Er volgden gesprekken met zijn grootvader, en die spanningen groeiden van dag tot dag. Toen besloot de familie, dat Ümit met een andere geleerde van de moskee moest praten. Het werd een lang gesprek, dat God steeds zo stuurde, dat Ümit Jezus Christus mocht belijden. Vreemd genoeg overtuigde de geleerde de familieleden ervan, dat hij geen dwalingen bij Ümit gevonden had – integendeel: Hij was een oprecht en vroom man. Deze boodschap verheugde de familie in eerste instantie.
Maar na weken werd Ümit uitgenodigd op een familiefeest. Spoedig werd hem duidelijk, dat het om hem zou gaan. Zij konden hem als christen niet langer accepteren en wilden hem ombrengen. Ümits vrouw en zijn gelovige vrienden huilden en worstelden met hem in gebed en vasten. Maar hij kwam tot de slotsom, erheen te rijden, om bij zijn familie van Jezus Christus te getuigen. Daar aangekomen, werd hij door niemand begroet; in plaats daarvan leidden twee familieleden hem direct naar een ruimte, waar meerdere mannen zaten. Die riepen hem op, zich weer te bekeren tot de Islam. Maar ook onder hen betuigde hij, wat God aan hem gedaan had. Allen keerden zich van hem af, zijn vader verstootte hem, en zijn grootvader gaf hem nog drie dagen bedenktijd.
Ümit deelde ons mee, dat dit de moeilijkste dagen van zijn leven waren. Pas in de laatste uren kwam hij tot rust, pakte met zijn gezin enkele spullen bij elkaar en vluchtte naar een plaats, ongeveer 1000 kilometer van zijn geboorteplaats verwijderd. De broeder, die Ümit het evangelie gebracht had, gaf hem eerder al het adres van de zendeling, zodat zijn gezin voorlopig een schuilplaats kon vinden.
God heeft ook nu nog overbrengers van Zijn boodschap nodig
Nu hebben Ümit en zijn vrouw 6 kinderen, en als boodschappers voor Christus dienen zij met elkaar God onder het Kazachse volk. God schonk een opwekking onder de moslims en er zijn meerdere ondergrondse gemeentes ontstaan.
Waarom vinden wij het zo belangrijk, u dit getuigenis mee te delen? Onze gemeenschap met de Kazachse gemeente versterkte niet alleen hen. Ook wij waren door haar getuigenis bemoedigd. Het toont ons, dat God in Kazachstan ook onder de moslims werkt. Het is de moeite waard, Zijn Woord, de Bijbel, naar Kazachstan te brengen, ook als het vol risico’s is. Het is de moeite waard, daar het evangelie te verkondigen en lectuur te drukken, omdat God beloofd heeft, dat Zijn Woord niet ledig zal wederkeren. Maar dit eerste getuigenis was nog meer het begin van de werken van God in Umits leven. In het volgende blad hoort u er meer over.
We zijn blij, u, beste zendingsvrienden, mee te mogen delen, dat God het ons mogelijk gemaakt heeft, na de 5.000 in dit voorjaar verzonden Bijbels, nog 5.000 Bijbels naar Kazachstan te sturen. We zijn niet in staat uit te drukken, hoe genadig God is! Broeders en zusters uit Canada, Duitsland, Nederland, Zwitserland en nog enkele landen ondersteunen dit werk, opdat het Koninkrijk van God gebouwd mag worden.
God heeft sommigen geroepen tot boodschappers, omdat er nog veel mensen zijn, die het evangelie moeten horen. God wil Ümit gebruiken, zodat mensen Gods Woord kunnen horen. Bent u ook bereid, deze dienaren van God te ondersteunen?
Bid alstublieft voor Kazachstan en voor de verspreiding van het evangelie daar! God zegene u!
*Naam door de redactie veranderd