Wachtend op een Bijbel
Het kamp wat we wilde bezoeken op donderdag 24 januari ligt 2,5 tot 3 uur rijden vanaf Palermo, de plaats waar Daniel woont en o.a. de Bijbels opgeslagen liggen. Het was een koude regenachtige morgen. Nadat we alle spullen hadden ingeladen, o.a. ook de laatste dozen met Engelse Bijbels, zijn we op pad gegaan richting het kamp. De hele weg regende het, de lucht was bedekt met een dik donkergrijs wolkendek. We hoopten dat als we dichterbij het kamp zouden komen de regen wel minder zou worden, maar dat was niet het geval. Vanwege strenge controle en uit veiligheidsoverwegingen mogen wij het terrein van het kamp niet op, maar moeten onze vrienden zelf naar buiten komen en hopen we hen aan de kant van de weg te ontmoeten. Langzaam reden we de weg op waaraan het kamp ligt. Er was nog niemand te zien…, terwijl de klok de afgesproken tijd aangaf. Wat er wel bij de ingang stond, was een cameraman met een journalist van één van de kranten van Italië… en dat geeft altijd spanning. Van dit soort bezoeken wordt het personeel van een vluchtelingenkamp zenuwachtig. In onze gedachten buitelde de vragen over elkaar heen: Komen de vluchtelingen in deze regen wel naar buiten? Wat als ze niet komen, hebben we dan voor niets 3 uur gereden? En wat gaat er nu gebeuren nu die journalist hier een vluchteling aan het interviewen is? Worden zij, maar misschien ook wij, weggestuurd?
Daniel bleef rustig, hij liep is een rondje rondom de ingang van het kamp en had telefonisch contact met een aantal van zijn vrienden binnen in het kamp. In de auto ging stil een gebed op of de Heere de regen zou willen doen laten stoppen en of de vluchtelingen begeerte zouden mogen hebben om Zijn Woord te horen. Uw wil geschiede….
Korte tijd later vertrok de journalist op verzoek van een politieagent. Wij bleven in onze auto aan de kant van de weg wachten. “Laten we geduld hebben” zei Daniel. Intussen was de lucht wat lichter geworden en regende het nog zachtjes. De eerste vluchtelingen kwamen naar buiten. Hartelijk werden ze verwelkomd door ons. En het aantal werd steeds meer! Ja, de lucht brak open en de zon brak door. De Heere zorgde! Met een groep van ongeveer 100 mensen stonden we aan de kant van de weg, in de zon, en mocht Gods Woord opengaan en aan deze hoorders onderwijs vanuit de Schrift gegeven worden. Vol aandacht werd er geluisterd en vragen gesteld.
Nee, we hadden de reis niet voor niets gemaakt, niet voor niets gewacht. Deze mensen mochten horen bij Wie er alleen redding en genade te verkrijgen is, voor de grootste der zondaren.
We werden verwarmd door de zon, maar nog meer trok er een warme gloed door ons hart, de Heere Zelf had het mogelijk gemaakt om op deze dag deze mensen met Zijn Woord te bereiken.
De meegebrachte Bijbels werden uitgedeeld, tot de laatste toe…